dromen over heksen

Dromen over heksen

Het is nacht. Ik zit rechtop in mijn bed en mijn broers dragen mij, met bed en al, dwars door de grote schuur achter ons huis. In die schuur zijn verschillende lege ruimtes en in één daarvan zit de heks. We moeten doodstil zijn, want als ze ook maar iets hoort zal de heks me pakken. Heel stilletjes doorkruisen we zo snel mogelijk de schuur. Ik ben doodsbang voor wat er kan gebeuren.

Als kind ben ik bang voor heksen. Ik weet zeker dat er ergens een heks bij ons woont en slaap daarom met mijn slaapkamerdeur open en het licht aan op de gang. Mijn kinderdromen gaan steevast over heksen, die me willen pakken. Wat er vervolgens gebeurt weet ik vaak niet, maar deze nachtmerries voorspellen weinig goeds.

Kinderdromen

Kinderen hebben vaak enge dromen, nachtmerries eigenlijk. Velen van ons herinneren zich nog wel een terugkerende nachtmerrie uit hun kindertijd over een monster, spook of eng beest. Of nare dromen waarin je stikt, valt, gevangen bent of iets dierbaars verliest.

Zo’n nachtmerrie verandert of verdwijnt gaandeweg we opgroeien, maar de essentie van de kinderdroom kun je zien als een blauwdruk voor een levensthema. Iets waar je gedurende je leven mee worstelt of je toe dient te verhouden.

Voor mij gaat dat dus over een heks, maar wat betekent dat? Om dat te begrijpen onderzoek ik het wezen van de heks ofwel het heksenarchetype.

Dit is de heks van Sier-Kon-Flex
Ze woont in Kopenhagen
Iedere dag doet zij wat geks
En alle mensen klagen
O, wat een heks, wat een akelige heks
Hoe lang moet dat nog duren?
Wie wil de heks van Sier-Kon-Flex
Voorgoed het bos in sturen?

~  lied: Annie MG Schmidt

dromen over heksen
De akelige heks

Een oude heks met een kromme neus en een kakelende lach. Zo leer ik heksen kennen als kind. Ze slijten hun dagen bij hun ketel op het vuur. Roerend in brouwsels van spinnenpoten en stinkzwammen. Met boosaardige gedachten over hoe ze jou daarmee kunnen betoveren.

Maar een heks is natuurlijk veel meer dan dat akelige mens uit sprookjes en kinderrijmpjes. Het is iemand met kennis over planten en kruiden, verbonden met de aarde. Vliegend op haar bezem is ze daarnaast ook verbonden met de lucht. Zij kent boven- en onderwereld en is toch helemaal in het hier en nu.

Aan haar zijn oeroude geheimen en toverspreuken toevertrouwd, die zij op geheel eigen wijze weet te bewaren en te gebruiken. Ze leeft vaak in afzondering aan de rand van het dorp of in een bos. Gevreesd wellicht door dezelfde mensen, die haar wijze raad zoeken in tijden van nood. Want een heks wéét dingen.

En juist dat lijkt de reden dat de heks door de eeuwen heen is verguisd, verjaagd en verbrand. De angst voor haar schijnbaar bovennatuurlijke kennis. Zoiets moet wel van de duivel komen.

De heks in mij

Die voorouderlijke beelden over heksen, draag ook ik in mij mee.  Ze zijn de reden dat ik de heks uit mijn kinderdromen lang heb willen ontvluchten. Naarmate ik ouder word, begrijp en waardeer ik beter waar die ‘heks in mij’ werkelijk voor staat. Ik ken haar. Ik ben haar.

Zoals ze in contact staat met de ongeziene wereld en toch stevig geaard haar werk doet. Hoe vertrouwd zij is met de donkere, rauwe kanten van het leven en het alleen zijn. Hoe ze met haar eigenzinnige hekserigheid iemand zo kan laten schrikken, dat ze er soms zelf een beetje bang van wordt.

Ook ik gedraag mij soms akelig hekserig.  Dan knal ik er ineens iets uit en schrik vervolgens van het effect. Het is een nare trek, voortkomend uit een oude angst mij werkelijk te verbinden met de ander. Door de jaren heen weet ik mij zachter uit te drukken en ontdek ik hoe helpend en helend dat is, maar het blijft een doorgaand proces.

Ook ben ik een beetje een zonderling, die graag in haar eentje rondbanjert in een bos. Luisterend naar de bomen en de wind, voel ik me verbonden met de aarde en de diepere gronden van het bestaan. Ik zie wat er gaande is bij het lezen van dromen en mensen. En leer daarin mijn intuïtie te vertrouwen en te volgen. Dat is mijn ‘heksenkracht’.

Tenslotte weet eenieder die mij kent, dat ik ook een beetje maf ben. Of zoals ik zelf weleens zeg: ‘Ik pas niet helemaal in het rijtje thuis’. Maar juist daardoor pas ik wonderwel in mijn werk met mensen die op het randje leven. Uit nieuwsgierigheid en door persoonlijke ervaring ben ik vertrouwd geraakt met die vreemde, donkere en rauwe kanten van ons bestaan. Voor mij is dan ook niets te gek.

voel me
ik ben niet zoals de wereld
ik heb mijn gekte
ik woon waar niemand komt
en ik heb geen tijd voor dingen
zonder vuur

dromen over heksen
Jouw droom

Zo’n thema uit een kinderdroom kent vele lagen, waar je steeds verder in zakt als het ware. Voor mij voelt de heks nu zoals ik hier beschrijf, maar ik ontdek altijd weer nieuwe aspecten. Door de essentie van de heks te blijven onderzoeken, voelt ze minder vreemd en kan ik haar beter integreren in mijn leven. Zo val ik steeds meer samen met mezelf.

Hoe is dat voor jou? Wat is jouw kinderdroom? Welk spannend moment uit deze droom loopt als een rode draad door je leven? En wat kun je daarvan leren? Kijk eens naar de figuren of elementen van de droom. Vraag je af wat hun essentie is en welke betekenis ze hebben voor jou.  Schrijf het op, teken het uit en duik als het ware in de energie van je eigen kinderdroom. Welke kracht huist er blijkbaar in jou? Wat is het dat je zoekt en vreest? Wie ben jij in wezen?

Kom je er niet uit? Het ITIP-dreamteam kijkt altijd graag met je mee.

Door: Esther van Nieuwburg

NB: Voor een dromenuitleg vragen wij een bijdrage van € 7,50. Hiermee houden wij Dromenuitleg.nl in de lucht. Zie ook: https://dromenuitleg.nl/watbetekentmijndroom/

6 gedachten over “Dromen over heksen”

  1. Mijn terugkerende kinderdroom (-nachtmerrie): ik vlucht voor iemand – een enge man? – en op een gegeven moment beweeg ik zelf nog wel, maar kom ik niet meer van mijn plaats; ik zit vast zonder te weten waaraan of hoe. Er is iets met een luik, misschien ligt dat net voor mijn voeten, misschien sta ik er bovenop terwijl ik heel hard probeer toch vooruit te komen.
    Het was een dood- en doodenge droom!

    1. Esther van Nieuwburg

      Hallo Anja,

      Ja, kinderdromen kunnen werkelijk doodeng zijn. Ze ontstaan vaak in de tijd dat het ego zich ontwikkelt. Als baby ben je nog helemaal in het hier en nu, verbonden met alles om je heen. Je huilt, slaapt, eet en beweegt op jouw tijd. Gaandeweg ervaar je dat je een eigen ik hebt en dan komen ook de (ongeschreven) regels van de buitenwereld. Je leert je aanpassen, maar bent nog verbonden met je oerdriften. In die afscheiding ontstaan vaak de enge kinderdromen als krachtige uitvergroting van je binnenwereld.

      In jouw droom vlucht je, maar kom je niet meer van je plaats. Je zit vast. Je probeert heel hard vooruit te komen, maar het lukt je niet en dan is er nog dat luik onder je voeten. Ken je uit je kindertijd dat je als het ware klem zat? Of dat de thuissituatie beklemmend of verstikkend was? Dat jij je driften en buien hebt moeten leren inhouden? Het luik in de grond lijkt op een deur naar het ondergrondse, naar je oerkracht. Naar dat wat je ‘er onder’ moest leren houden. Herken je dat? En herken je ook nu nog in je leven dat er soms de neiging is om driftig te worden of dat je zomaar kunt ontploffen? Alsof die oerkracht er dan ineens uitfloept?

      Ik kan me voorstellen dat dit in jouw leven een thema is: ‘Hoe verbind ik me met mijn oerkracht, met mijn passies en impulsen, mijn geestdrift. Hoe integreer ik dit in mijn leven zodat het een deel van me wordt en mijn krachtbron vormt.’ Misschien heb je hier al mee gewerkt in persoonlijke ontwikkeling. Ik ben heel benieuwd of je hierin iets herkent van jezelf.

      Esther

      1. Ik ben nog altijd ondersteboven van de uitleg die je voor mij schreef: het is zó kloppend, zó perfect samenvattend! Ik probeer een en ander nu verder ‘open te breken’ om eindelijk door dat luik heen te kunnen…

        1. Esther van Nieuwburg

          Hallo Anja,

          Wat fijn dat je dit hier deelt. Dank daarvoor.
          Opdat je helemaal open mag breken en samenvallen met jouw ware zelf.

          Esther

  2. Ik kom binnen in mijn huis langs de voordeur . In de hal is een deur van de wc . Ik ril en denk daar zit de heks . Ik wil naar binnen gen en de heks komt eruit . Ze begint mij heel ellendig hard te kriebelen ! Ik kan er niet tegen !! Opeens word ik wakker . Gelukkig ! Deze droom heb ik mijn hele kinderjaren gehad

    1. Esther van Nieuwburg

      Hallo Amelie,

      Dank dat je hier jouw heksendroom deelt. De heks komt in vele (kinder)dromen voor. Zij is blijkbaar een krachtig archetype en zeker voor kinderen, die nog magisch denken.

      In jouw droom ga je je huis binnen langs de voordeur. Daarmee zet je als het ware de deur open naar jouw binnenkant. Naar je gedachten, je gevoelens en je diepe (kinder)geheimen. En daarbinnen wil je nóg een deur openen. De deur van de wc, de plek waar je je behoefte(n) kwijt kunt. Waar jij mag “lozen”. Maar precies daar bevindt zich de heks. Als je er al aan denkt begin je te rillen en als de heks er dan uit komt gaat zij je ook nog eens ellendig hard kriebelen. Je kan er niet tegen.

      Waar gaat nou dat rillen en kriebelen over? In de context van jouw behoefte of verlangen om dat wat binnenin je zit te lozen? Dus te delen of los te laten om vrijer te worden. Welke oerkracht, hier in de vorm van de heks, deed je rillen en beven? En herken je deze kracht nu in jezelf? Ben je er nog altijd bang voor?

      Ken je dat, voordat je (iets kwetsbaars) over jezelf vertelt, dat je ervan begint te rillen? En ken je uit je kindertijd (en ook nu nog wellicht) dat jouw grenzen werden overschreden? Dat je ongemak of pijn voelde, terwijl het leuk moest zijn? En dat jij je niet kon verdedigen, zoals je ook in de droom het kriebelen als ellendig hard ervaart? En hoe is dat nu voor je? Heb je een laagje eelt op je ziel ontwikkelt of mag jij je zachte kant inmiddels delen?

      De heks in je droom toont een innerlijke tegenkracht. Hoe integreer je haar in je leven nu, opdat zij jou versterkt?

      Esther

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *