Het bijhouden van een dromendagboek is om veel redenen een verrijkende gewoonte. Je neemt de tijd om wat langer bij je dromen stil te staan en al schrijvende komen er vaak meer droombeelden terug.
Als je na enige tijd je dromen achter elkaar doorleest zie je soms patronen of ontwikkelingen, die zich pas openbaren in een langere reeks, met meer afstand en overzicht gelezen. Mogelijk vallen daardoor puzzelstukjes op hun plaats. In ieder geval kun je je verbazen over de rijkdom aan beelden, de wijsheid en creativiteit die in jou huist, en die je steeds weer vergeet.
Recent ben ik in een nieuw dromendagboek begonnen. Tot die tijd schreef ik ze op in de computer. Ook handig, en snel. Maar met de hand schrijven is anders. Vooral nu ik dat doe in het mooiste opschrijfboek dat ik kon vinden.
Gebruik beelden
Nieuw is ook het gebruik van beeld. Op de rechterbladzijde schrijf ik de droom, op de linkerzijde schets ik een paar van de meest krachtige beelden, en vul die soms aan met wat kleur. Ik kan helemaal niet tekenen en toch doen die wat knullige schetsen iets bijzonders: ze bekrachtigen de droom, raken me terwijl ik ze teken en de droom blijft me nog veel beter bij in de dagen erna. Misschien heeft het wel te maken met het respect dat ik daarmee aan mijn dromenwereld toon en die dat beantwoordt door meer van zichzelf te geven.
In de ITIP opleidingen werken we veel met dromen, soms door de dromer terug te laten stappen in een droombeeld, het in de ruimte neer te zetten. Daar gaat een grote werking van uit. Door thuis met tekst en beelden aan de gang te gaan, kan je iets van de intensiteit en onverwachte inzichten daarvan ervaren.
‘Liber Novus’ of Rode Boek van Jung
Niemand minder dan de grondlegger van de dieptepsychologie, C.G. Jung, bracht mij op het idee. Zijn ‘Liber Novus’, of Rode Boek, was het dagboek dat hij bijhield in een intense periode van zijn leven. Het bevat prachtig gekalligrafeerde teksten en schitterende tekeningen. Het was nooit voor publicatie bedoeld, maar vele jaren na zijn dood is het toch gepubliceerd. Op internet vind je diverse afbeeldingen uit dat boek. Ter inspiratie doe ik er hier een paar bij.
Geïllustreerd digitaal dromendagboek
Een andere inspiratie kwam van een van de deelnemers aan de driejarige opleiding. Een man met een rijke dromenwereld, die me af en toe zijn dromen stuurde in de vorm van een geïllustreerd digitaal dromendagboek. Toen ik hem vroeg of ik een van zijn bladzijden mocht gebruiken, vond hij dat goed en vertelde erbij:
’Ik zoek […] op internet afbeeldingen, die passen bij (de sfeer van) mijn droom. Ik gebruik Powerpoint en eventueel andere tekenprogramma’s om indien nodig nog iets aan de afbeelding toe te voegen. De silhouetten op het dak van de kerk heb ik er zelf aan toegevoegd. Tijdens het bezig zijn met de afbeeldingen voel ik heel vaak de energie van de droom, zoals ik dat ook kan ervaren tijdens het uitbeelden ervan [in de ITIP-opleiding].’
Als je er over nadenkt is het eigenlijk gek dat we alleen woorden gebruiken om een woordeloze beeldenwereld uit te drukken. Dus bij deze de uitnodiging, om deze zomer eens de tijd te nemen om een droom, al is het er maar een, uit te drukken in beeld. Dat kan op vele manieren: door te tekenen, te schilderen, met klei te werken, rond te zwerven in de beeldenrijkdom op het internet, of je door je te wagen aan het maken van een collage of moodboard.
Mocht je het leuk vinden om het te delen op deze blog, weet je van harte welkom.
Mede namens Nanske Kuiken wens ik je een heel fijne zomer.
Mirjam Tirion-Ietswaart