Op reis door de dromenwereld

Deze blog is de derde in het drieluik naar aanleiding van de workshop die Bas Klinkhamer gaf voor de VSD. 

Het werken met dromen vormt één van de peilers binnen de ITIP opleidingen. In de loop van de jaren hebben we samen met de deelnemers in onze opleidingen en retraites naar duizenden dromen geluisterd en mensen geholpen de sprankeling van licht in hun droom te vinden. Dit jaar hebben wij samen met een didacticus van de Universiteit van Utrecht onze manier van met dromen werken ‘technisch’ ontleed. Want ook al is het een intuïtief proces, er zijn wel degelijk stappen en duidelijke keuzemomenten in te herkennen. Hieronder een korte weergave.

Fase 1.  Voor de poort

Deze fase is vooral een verkenning. De dromer vertelt zijn droom en de begeleider ‘reist mee’.  De dromer vertelt de droom in de tegenwoordige tijd. De droom wordt direct voelbaar. De manier waarop je als begeleider luistert is wezenlijk. Je kunt er te dicht op zitten of te ver weg. Je kunt er teveel je eigen interpretaties op loslaten of te weinig. Terwijl je naar de droom luistert, filter je je eigen projecties er uit en maak je contact met jouw eigen liefde voor dromen. Dat is heel iets anders dan op het vinkentouw zitten om de betekenis van de droom te analyseren. Mogelijk vraag je als begeleider welke figuren of scenes de dromer het meeste raken, welke associaties hij of zij heeft bij bepaalde figuren of symbolen, welke verbindingen voor de dromer zichtbaar zijn in het dagelijks leven. Soms stopt het hier. Je stelt nog 1 of 2 vragen en daar kun je het bij laten.

Fase 2. Door de poort, in de droom

De wereld van de droom instappen. Werken met de droom. De dromer ervaart (delen) van de droom opnieuw, maar nu met het dagbewustzijn erbij. Hier ligt meteen een kruispunt. Welke ingang kies je? Het begin, de crisis, het einde, de ik-persoon, andere figuren in de dromen, de voorwerpen, de droom als geheel: het zijn allemaal afspiegelingen van wat zich wil tonen aan de dromer. Maak je als begeleider ook nu leeg van streven en van je eigen projecties. Stem je af op je innerlijke leiding. Kijk naar de mens voor je, naar de context en naar de opbouw van de droom. Op basis van al deze gegevens maak je je keuze.

De nadruk in deze fase ligt op het opnieuw ervaren van de droom en het geven van expressie aan deze ervaring. Dat kan door energetisch werk, tekenen, kleien of elke andere expressievorm. Als begeleider help je de dromer uitdrukking te geven aan wat hij of zij in de droom ervaart.

Fase 3. Verdieping en context

Neem de tijd de ervaring te laten doorwerken. Hoe gaat deze droom over de weg die je gaat op deze aarde? Je kunt de dromer helpen door de droom in een grotere context te plaatsen. Op persoonlijk niveau, door samen met de dromer verbanden te leggen tussen de ervaring van de droom en het dagelijks leven. Door een verband te leggen met oerverhalen of de archetypische symbolen in de droom help je de droom in de context te plaatsen van de universele menselijke levensweg.

Fase 4. Door de poort naar buiten

De verbinding leggen met het dagelijks bestaan: Als ik naar deze droom luister, wat staat er dan te doen of te laten? Als begeleider kijk je of er nog ‘natrilling’  plaats moet vinden? Bijvoorbeeld door samen met de dromer een taak of opdracht te destilleren of de dromer een ritueel te laten bedenken.

Vat samen wat er gebeurd is en maak de verbinding tussen de droom en het dagelijks bestaan: hoe gaat dit geschenk uit de nacht je helpen in de dag?

Inspirerend? Herkenbaar? Aanvullingen of vragen? Laat het ons weten via een reactie.

Door: Mirjam Tirion-Ietswaart